Menu Sluiten

Het verhaal van Frans

Een leven lang hard werken

Frans werkte tientallen jaren in de Rotterdamse haven, met rugpijn, zonder klagen.

Frans is een 72-jarige Rotterdammer. Vanaf zijn zestiende werkte hij in de Rotterdamse haven, de laatste jaren als schilder van grote schepen. Dagelijks wurmde hij zich in kleine ruimtes om schilderwerk te verrichten aan de binnenzijde van grote tankers. Het was zwaar, vies en belastend werk.

Frans vertelt hoe hij regelmatig zonder masker hele dagen in de giftige dampen van de verf werkte. Arbo-regels werden volgens hem nauwelijks nageleefd. De cultuur was ‘Rotterdams’: dat schip lag er en moest zo snel mogelijk weer kunnen varen. Hard werken en niet klagen was de norm.

De eerste signalen

Maar Frans had wél klachten. Vanaf zijn dertigste kreeg hij pijn aan zijn rug en zijn rechterbeen. Die klachten werden in de loop der jaren steeds erger. Bezoeken aan het ziekenhuis leverden nauwelijks iets op, behalve de mededeling dat er sprake was van ‘slijtage’.

Fysiotherapie en manuele therapie hielpen hem niet. Op zijn werk hield Frans zijn mond. “Dat doe je niet, je moet je werk doen en niet zeuren.” Hij klom en kroop gewoon door de schepen met al zijn apparatuur achter zich aan. “Natuurlijk was dat zwaar, en als ik er nu op terugkijk misschien ook niet goed. Maar het was een andere tijd, denk ik.”

Pijn en machteloosheid

Frans heeft zich vaak machteloos en alleen gevoeld. De pijn werd steeds erger. Op latere leeftijd begon hij steeds slechter te lopen en bewegen. Door de pijn werd hij strammer en ging alles hem tegenstaan.

“Toch moest ik doorwerken. Er was altijd de angst om geen werk te hebben, en ik moest toch voor mijn vrouw en dochter zorgen.” Het advies van de huisarts — “er is niet veel aan te doen” — maakte het extra moeilijk. Frans voelde dat hij geen kant op kon en bleef doorgaan.

Als hij ’s avonds thuiskwam, ontving zijn vrouw hem met een borreltje en ging hij languit op de grond liggen, het liefst dichtbij de kachel. De harde grond, de warmte van de kachel en het verkwikkende drankje zorgden ervoor dat zijn lichaam weer enigszins kon ontspannen. Zo bereidde hij zich voor op de volgende werkdag.

“Als ik er nu op terugkijk, was het misschien niet goed. Maar het was een andere tijd.”
— Frans, 72 jaar

Overleven met pijn

De rug- en beenpijn hebben Frans gehard. Hij legde zich erbij neer dat er niets aan te doen was en probeerde er het beste van te maken. Af en toe meldde hij zich een paar dagen ziek. Soms mopperde hij tegen zijn vrouw of klaagde hij tegen vrienden over zijn werk, zijn baas en het onbegrip dat hij daar ervaarde.

Toch spreekt Frans niet alleen negatief over die tijd. “Natuurlijk was die pijn ellendig en werd ik er regelmatig gek van! Maar ik denk dat iedereen wel iets heeft in het leven. Veel van mijn collega’s zaten natuurlijk in hetzelfde schuitje.” Het hielp om dit van elkaar te weten, elkaar af en toe te steunen en samen aan het eind van de week een drankje te doen in de kroeg.

“Ik kijk er niet slecht op terug, hoor. Alleen aan het einde was ik wel echt helemaal op. Toen was ik blij dat ik kon stoppen. Het is een hard leven geweest, maar ergens past het wel bij me. Ik heb me er altijd bij neer kunnen leggen en ben door mijn vrouw en dochter altijd goed opgevangen. Samen kunnen we heel veel aan.”

Accepteren en relativeren

Accepteren en relativeren zijn volgens Frans belangrijk. “Als ik dat niet had gekund, had ik het niet volgehouden.

Meer lezen over pijn en werken?

Werken; praktische tips en aanpassingen – Pijnstad
Re-integreren – Pijnstad

Pijnstad